Iedereen die wel eens een foto maakt kent de spanning van dat moment. Je drukt af en hoopt dat het een goede foto wordt. Wordt er niet bewogen of met de ogen geknipperd? Maar ook voor degene die op de foto gaat is het spannend. Is dat eigenlijk wel een goede fotograaf en kom ik er wel goed op?

Een foto nemen duurt meestal maar een fractie van een seconde. Zoals de meeste fotografen weten hangt de sluitertijd af van het gekozen diafragma op de lens en de hoeveelheid beschikbaar licht. We spreken van sluitertijd omdat in de camera de spiegel opklapt en vervolgens een sluiter/gordijn voor de sensor een bepaalde tijd open gaat. Gelukkig maar.

vuurzwaai1bWat nu als die sluitertijd heel lang wordt? Wanneer je je camera in de hand houd, levert dit meestal een bewogen foto op. Zet je camera op een statief en dat is verholpen. Blijf bij ISO 100 en een heel nieuwe wereld van mogelijkheden duikt op. Bij een sluitertijd van 10 seconden worden rijdende auto’s witte en rode strepen. Wauw!

Donkere luchten blijken ineens toch kleur te hebben. Bewegende bomen beginnen te zwaaien en stromend water wordt zomaar een feeëriek watervalletje.

Mijn vader probeerde in de jaren zeventig al elke jaarwisseling een foto met mij te maken waarin ik het jaartal moest schrijven met een brandend sterretje. Heel vaak lukten ze niet maar soms ook wel en dan heb je een heel bijzonder foto.

Fotografie gaat meestal maar over één beeld in de tijd. Bij lange sluitertijden wordt gewoon meer tijd geregistreerd. Bewegend licht is zichtbaar maar lopende mensen worden schimmen. Alles wat statisch is, blijft.

Beweging tijdens sluitertijd wordt een soort ‘timetrial’ of vervaagd als het geen licht geeft.  Voor de fotograaf die door zijn lens kijkt… is het donker. De spiegel is immers opgeklapt om de sensor (of film) te belichten.

Eigenlijk kun je dus beter spreken van openingstijd. Meneer/mevrouw bent u er klaar voor? We gaan open!

Ronald Lubbers

 

foto gemaakt op Rhederlaag samen met mijn dochter Rosan.